Oostenrijks verleden herleeft
Met het aftreden van Karel V als keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie, werd de Habsburgse erfenis in 1556 verdeeld in een Oostenrijks en een Spaans deel. Naast zijn koningschap over Spanje, kwam Filips II, als zoon van keizer Karel V, tevens in het bezit van de Nederlanden. Dit was een personele unie van zeventien provincies, die het gebied van het huidige Nederland, België, Luxemburg en een deel van noordoost Frankrijk omvatte. Door het huwelijk van Maximiliaan von Habsburg met Maria van Bourgondië waren deze gebieden in 1477 in het bezit van deze Oostenrijkse dynastie gekomen. Met de splitsing in 1556 kwamen de Nederlanden in het bezit van de Spaanse tak van de dynastie Habsburg. Het resterende gebied van het keizerrijk met de keizerskroon kwam toe aan Ferdinand von Habsburg, een jongere broer van Karel V. De personele unie, gevormd door de zeventien provincies, werd vanaf die tijd de Spaanse Nederlanden genoemd.
Een
geloofsconflict, aangewakkerd door het publiceren van de 95 stellingen van
Maarten Luther, veroorzaakte onlusten in de Spaanse Nederlanden. Voor het
neerslaan hiervan zond koning Filips II, naast de hertog van Alva, een aantal
Spaanse regimenten naar zijn erflanden. Een hiervan was het regiment Los Rios
de Gutiérrez, waarover later meer. Het geloofsconflict tussen katholieken en
protestanten zorgde in het jaar 1587 uiteindelijk voor een afsplitsing van de
zeven noordelijke provincies, die onder de naam de “Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden” een eigen staatsvorm vormden, die met de Vrede van
Munster officieel door de leidende Europese mogendheden bevestigd werd. De
overige 10 provincies bleven als Spaanse Nederlanden onder het bewind van de koning
van Spanje.
Met de dood van
koning Carlos II op 1 november 1700 ontstond een conflict tussen de
Oostenrijkse Habsburgers en de Franse Bourbons. Koning Lodewijk XIV, gehuwd met
een zus van koning Carlos, eiste de Spaanse Nederlanden en de Spaanse kroon
voor zijn kleinzoon op. De Habsburgers in Wenen vonden dat zij rechtmatige
erfgenamen van de Spaans-Habsburgse erfenis waren. Het conflict leidde tot de
Spaanse Successieoorlog, die met het Verdrag van Rastatt werd beëindigd en
waarmee de Spaanse Nederlanden onder de soevereiniteit van de Habsburgers in
Wenen kwamen. De personele unie van deze tien provincies werd vanaf die tijd de
Oostenrijkse Nederlanden genoemd.
Met de dood van
Karel VI op 20 oktober 1740, keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse
Natie, stierf ook de mannelijke lijn van de Oostenrijkse dynastie Habsburg uit.
Met de Pragmatische Sanctie had Karel ervoor gezorgd, dat zijn dochter
Maria-Theresia erfgenaam van de Habsburgse dynastie zou worden. Echter andere
vorsten in Europa erkende deze Pragmatische Sanctie niet, wat leidde tot de
Oostenrijkse Successieoorlog. Een aantal van de veldslagen uit deze oorlog vond
in onze streken plaats. Voor het begin van de winter van 1746 begon het
inmiddels Oostenrijkse infanterieregiment Nr. 9, Los Rios de Gutiérrez, met het
inrichten van hun winterbivak achter Nagelbeek. Het regiment verbleef op deze
plek tot april 1747, voegde zich bij het leger van de hertog van Cumberland, om
mee te strijden in de grootste veldslag van deze oorlog en wel: “De slag van
Lafelt”, beter bekend als: “De slag om Maastricht”. Met de Vrede van Aken, die
op 18 oktober 1748 in de “Rote Saal” werd getekend, keerde voor het eerst sinds
lange tijd rust in de Oostenrijkse Nederlanden. Dit bleef zo tot de inval van
de Fransen in het jaar 1795.
Naast het
regiment Los Rios de Gutiérrez waren nog een aantal andere regimenten in de
Oostenrijkse Nederlanden paraat, waaronder de Ligne, d’Arberg, Salm,
Sachsen-Gotha en Von Bender. Zowel de dynastie Salm als de dynastie de Ligne
waren in de Achttiende Eeuw tevens graven van het graafschap Geleen-Amstenrade.
De eigenaren van het regiment d’Arberg waren tevens de gebiedende heren van de
vrije rijksheerlijkheid Elsloo. Het regiment van Blasius von Bender,
hoofdzakelijk gelegerd in de vesting Luxemburg, onderhield goede contacten met
de heerlijkheid Schinnen. De schutterij van deze heerlijkheid leverde in 1790
het grootste contingent vrijwilligers aan het regiment Von Bender, om mee te
strijden tegen de Brabantse patriotten. Joannes Pijls uit Schinnen, die voor
dit mobiliseren had gezorgd, werd door de keizer met een grote zilveren
medaille begiftigd.
De Sjtichting
Genealogiek Sjènne (SjtiGS) uit Schinnen houdt samen met de Cultuurhistorische
Vereniging Graaf d’Arberg uit Elsloo het Oostenrijkse verleden in het zuiden
van Limburg op een historisch verantwoorde wijze met re-enactment levendig.
Hiervoor is, en wordt nog steeds, onderzoek gedaan naar dit verleden. Uit deze
verkregen kennis is op historisch verantwoorde wijze onder andere militaire
kleding gemaakt van de regimenten Los Rios de Gutiérrez, d’Arberg en Von
Bender. De noodzakelijke patronen, stoffen en fournituren zijn onder andere
verkregen uit archieven en musea uit Wenen.
Het lag dan ook voor de hand, dat de Oostenrijker Otmar Pregled van restaurant Thull in 2011 de re-enactmentgroep van SjtiGS vroeg, om zijn Oostenrijkse handelsdagen een bijzondere tint te verlenen. Als tegenprestatie bood Otmar de stichting een bedrag aan, om een nieuw basiskostuum van het regiment Los Rios de Gutiérrez te laten maken. Dit kostuum wordt op zondag 6 januari 2013 om 16:00 uur door SjtiGS gepresenteerd en het bedrag, voor het maken van het basiskostuum, door gedeputeerde Patrick van der Broeck aan de voorzitter van SjtiGS overhandigd.
Kijk hier voor de foto's.